Bloemen, bloemen en kikkers
Eerder deelde ik al met jullie hoe ik werd aangereden (Lees hier: In een oogwenk). Vanaf het moment dat er zoiets gebeurd, word je geleefd. Je hebt geen keuzes, die worden voor je gemaakt. Wil je niet halfnaakt op straat liggen? Pech, het kan niet anders. Wil je geen hechtingen? Pech, het moet.
De nasleep van die ene seconde waarin het mis ging is enorm. Iets waar ik nu, vier maanden later, nog steeds tegenaan loop. De komende tijd laat ik jullie mee delen in het wel en wee van de nasleep. Maar ik loop vooruit op de zaken, het laatste waar ik over schreef was de thuiskomst vanuit het ziekenhuis. Vanzelfsprekend was de nacht niet bijster gemakkelijk door te komen en de volgende ochtend was ik erg misselijk. Dus, op naar de huisarts. Lekker is dat, als kermisatrractie in de wachtkamer zitten. Het is niet aan te raden!
De huisarts geeft aan dat ik een hersenschudding heb, dat kon er ook nog wel bij. Weer terug thuis laat ik me héél voorzichtig op de bank zakken. Inmiddels protesteert elke spier in mijn lichaam, gelukkig is mijn moeder er om me met alles te helpen. Verdeeld over de dag komt de één na de ander binnen om me even een hart onder de riem te steken, een bosje bloemen of iets lekkers te brengen. Ineens staat ook de politie voor de deur, ze hadden me al gebeld om mijn verklaring af te nemen, maar die moet ook nog ondertekend worden. Omdat ik niet echt in staat ben om naar het bureau te reizen komen ze naar mij. Wat een luxe.
Ik had echt nooit gedacht dat er op een dag twee politie agenten in mijn woonkamer zouden staan, maar zo maak je nog eens wat mee. Ik moet wat documenten ondertekenen, iets wat erg lastig gaat omdat mijn rechterhand gehavend is. De politie geeft ook aan dat ik een advocaat in moet schakelen. Het lijkt allemaal wel een film.
Ondertussen gaat de bel weer, opnieuw worden er bloemen afgeleverd. Ik heb nog nooit zoveel bloemen in huis gehad, en ik vind het fantastisch. Ik moest er voor aangereden worden, maar eindelijk zie ik hoeveel mensen om me geven. Alle drukte om me heen is ontzettend leuk, maar ook heel erg vermoeiend. Ik leef van pijnstiller naar pijnstiller en slaap veel. Omdat ik nét voor carnaval ben aangereden heeft mijn vriend gelukkig een paar dagen vrij, maar hij moet van mij ook een beetje gaan feesten. Ikzelf wil ook ontzettend graag mee, ik kan wel verkleed als ‘iemand die zojuist een auto-ongeluk heeft gehad’. Dit soort humor houden we er de komende tijd in.
Op zaterdag waag ik me er toch héél even aan, mijn moeder hijst me in een kikkerpak en we gaan naar mijn schoonouders. Hier komen een aantal carnavalskarren bij elkaar om broodjes en soep te eten voor ze de optocht gaan lopen. Wat fijn, maar wát vermoeiend. Vol goede moed probeer ik mezelf maar voor te houden dat ik volgend jaar gewoon carnaval kan gaan vieren. Dat duurt nog maar een heel jaar…