Een trouwboekje, is dat verplicht?
Wanneer je gaat trouwen is niets leuker dan bezig zijn met het plannen van je bruiloft. Misschien ben jij al bezig met het uitkiezen van een trouwjurk, of de indeling van de ceremonie. Maar je moet ook nog in ondertrouw gaan. En daarbij ook beslissen of jij wel of geen trouwboekje wil.
In ondertrouw gaan
Om te kunnen trouwen moet je in Nederland in ondertrouw gaan (oftewel: de huwelijksaangifte). Dat betekent eigenlijk alleen maar dat je aan de gemeente laat weten wanneer en hoe laat jullie willen trouwen en welke naam je aanneemt na het huwelijk. Bij veel gemeentes hoef je hiervoor niet meer langs te komen. Je kunt het online doorgeven. Dit moet uiterlijk 2 – 6 weken voor het huwelijk (afhankelijk van de gemeente waar je gaat trouwen), maar mag natuurlijk ook al eerder. Een huwelijksaangifte blijft een jaar geldig, dus wees er ook niet té vroeg bij.
Vanwege persoonlijke redenen hebben wij dit document wat eerder nodig dan we van tevoren verwacht hadden. Dus gingen vriendlief en ik aan de slag met het invullen van de documenten. En wij kregen daarbij ook de keuze of we een trouwboekje willen. Vriendlief wist natuurlijk eerst niet wat dat inhield, maar allebei wisten we eigenlijk niet of we dit nodig vonden.
Wat is een trouwboekje?
In Nederland en België ontvang je bij het burgerlijk huwelijk een trouwboekje. In sommige gemeentes hoef je hier niet voor te betalen, in onze gemeente wel. Zo’n trouwboekje is niet verplicht, maar wel een gebruik. Het trouwboekje bevat een uittreksel van het huwelijk, en informatie over geboorteaangifte, overlijdensaangifte en uitleg over regelgeving rondom geslachtsnamen.
In het trouwboekje kunnen ook de kinderen bijgeschreven worden (dat is gratis). Mochten jullie uiteindelijk scheiden, dan wordt dit niet in het trouwboekje opgenomen. Het trouwboekje is dan ook geen vervanging van officiële documenten.
Geschiedenis van het trouwboekje
Vanaf het jaar 1811 werd het verplicht om van geboorten, huwelijk, echtscheiding en overlijden aangifte te doen bij de burgerlijke stand. Vroeger kreeg je wanneer je trouwde een geschreven huwelijksbewijs, en later kreeg je steeds vaker een trouwboekje. Ook toen was het niet verplicht, maar het werd een algemeen gebruik.
Vroeger waren veel mensen ongeletterd, en zij wisten daardoor niet zo goed onder welke naam ze ingeschreven stonden bij de burgerlijke stand. Ook was er vaak verwarring over de huwelijksdatum. In katholieke kringen werd de datum van het kerkelijk huwelijk als geldig beschouwd, maar voor de burgerlijke stand gold de datum van het burgerlijk huwelijk. Het trouwboekje hielp bij het foutloos schrijven van namen in officiële documenten.
Wel of niet doen?
Tegenwoordig nemen bruidsparen vooral een trouwboekje omdat het een leuke herinnering is. In een aantal gemeentes krijg je het dan ook zo bij het huwelijk, in andere gevallen moet je er nog een extra bedrag voor neerleggen.